Search results for: hoop</a
De eerste brief van Paulus aan Timoteüs 3:14 (NBG51)
Dit schrijf ik u, hoewel ik vrij spoedig tot u hoop te komen.
De Psalmen 39:8 (NBG51)
En nu, wat verwacht ik, Here? Mijn hoop, die is op U.
De Psalmen 38:16 (NBG51)
Want op U, Here , hoop ik; Gij immers zult antwoorden, Here, mijn God.
De Psalmen 119:74 (NBG51)
Zij, die U vrezen, zien mij en verheugen zich, want ik hoop op uw woord.
De derde brief van Johannes 1:14 (NBG51)
maar ik hoop u spoedig te zien; dan zullen wij van mond tot mond spreken.
De Spreuken 19:18 (NBG51)
Kastijd uw zoon, wanneer er nog hoop is, maar laat u niet verleiden hem te doden.
De brief van Paulus aan Filemon 1:22 (NBG51)
Maak tevens ook huisvesting voor mij gereed, want ik hoop, dank zij uw gebeden, u te worden teruggegeven.
De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 16:7 (NBG51)
Want ik wil u thans niet in het voorbijgaan bezoeken, want ik hoop enige tijd bij u te blijven, als de Here het toestaat.
De brief van Paulus aan de Filippenzen 2:19 (NBG51)
Ik hoop in de Here Jezus Timoteüs spoedig tot u te zenden, opdat ook ik welgemoed moge zijn, wanneer ik vernomen heb, hoe het u gaat.
De Handelingen der Apostelen 28:20 (NBG51)
Daarom heb ik verzocht u te zien en toe te spreken, want om de hoop van Israël draag ik deze keten.
Zacharia 9:12 (NBG51)
Keert terug naar de burcht, gij gevangenen, die hoop moogt koesteren; nog heden verkondig Ik: dubbel zal Ik u vergelding doen.
Het evangelie naar Johannes 5:45 (NBG51)
Denkt niet, dat Ik u zal aanklagen bij de Vader; uw aanklager is Mozes, op wie gij uw hoop gevestigd hebt.
Deuteronomium 12:19 (NBG51)
Neem u ervoor in acht, dat gij de Leviet niet aan zijn lot overlaat, zolang gij in uw land woont.
Hosea 6:11 (NBG51)
Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik in het lot van mijn volk een keer brengen zal.
De tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 1:13 (NBG51)
Want wij schrijven u niets anders dan wat gij leest of ook begrijpt, ja, ik hoop, dat gij het volkomen zult begrijpen,
De brief van Paulus aan de Kolossenzen 1:5 (NBG51)
om de hoop, die voor u is weggelegd in de hemelen. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid, het evangelie,
De brief van Paulus aan de Kolossenzen 1:27 (NBG51)
Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid.
De tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 1:7 (NBG51)
En onze hoop voor u is wèl gegrond, want wij weten, dat gij evenzeer aan de vertroosting deel hebt als aan het lijden.
De brief van Paulus aan de Romeinen 15:24 (NBG51)
zodra ik naar Spanje reis – ik hoop u namelijk op mijn doorreis met eigen ogen te zien en door u voortgeholpen te worden voor mijn tocht daarheen, wanneer ik eerst enigermate van u genoten heb.
De eerste brief van Petrus 3:15 (NBG51)
Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze,
Klaagliederen 2:14 (NBG51)
Uw profeten hebben voor u geschouwd wat ijdel was en hol, zij hebben uw ongerechtigheid niet onthuld om uw lot nog te keren, zij hebben voor u orakels geschouwd, ijdel en misleidend.
Deuteronomium 14:27 (NBG51)
ook de Leviet, die binnen uw poorten woont, zult gij aan zijn lot niet overlaten, want hij heeft geen bezit of erfdeel met u.
De eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen 4:13 (NBG51)
Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben.
Deuteronomium 30:3 (NBG51)
dan zal de Here , uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen; Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken, naar wier gebied de Here , uw God, u verstrooid heeft.
De eerste brief van Petrus 1:13 (NBG51)
Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus.